Archive for 26 november 2014

h1

Moedeloos

26 november 2014

Wie vrolijk wil worden van dit blogberichtje stopt nu maar beter met lezen.

Moedeloos, dat is de titel die ik zondag boven een stukje wou zetten. Maar toen gingen we wandelen i.p.v. schrijven en kwamen we fijne vrienden tegen en wandelden we langer dan voorzien en moest er nog gekookt worden en was de dag om voor ik aan schrijven toekwam. Het stukje zou er trouwens ook niet meer zo moedeloos hebben uitgezien na de deugddoende gesprekken tijdens het wandelen.

Maar intussen zijn we enkele dagen verder en is moedeloos een woord dat toch weer te veel om aandacht schreeuwt. Moedeloos en moe, zo voel ik me meer wel dan niet.
Weet je, ik keek de toekomst opgewekt en optimistisch tegemoet toen ik trouwde en kinderen kreeg. Ik wou een warm nest, dat was mijn droom. Een knus huis, met altijd de geur van koekjes of ander vers gebak, een paar huisdieren, een gezellige tuin, sfeervol licht, bloemen, een knetterende open haard, de deur die altijd voor iedereen openstaat, dat soort dingen.
Nu kijk ik rond en zie ik overal rommel, stof, een huis dat zelden en nooit langer dan een half uur echt proper is, een stapel strijk die nooit helemaal weg is, een tuin waar altijd wel ergens onkruid staat, huisdieren die nat en vuil binnenkomen, een kind met een handicap dat het zwaar heeft en het ons allemaal héél moeilijk maakt, mensen die zelden binnenkomen en als ze komen meestal al meteen zeggen: “Maar ik blijf niet lang, hoor” en meer dan me lief is getuige zijn van de zoveelste scène hier in huis.
Mijn droom lijkt ver weg te zijn.
Het maakt me moe. En moedeloos.
En dan lees ik artikels over ploetermoeders, en moeders die niet kunnen kiezen tussen gezin en carrière, mensen die alles willen, mensen die niet bereid zijn om in te leveren, die nù op pensioen willen omdat dat hun recht is, die nù van alles willen omdat dat hun recht is, die zich tekort gedaan voelen, die vinden dat ze al genoeg gedaan en al genoeg betaald en al genoeg geïnvesteerd hebben. Ik zie conflicten en wederzijds onbegrip en argumenten die alleen maar zwart of wit zijn, zelden grijs, en ik hoor geen enkele positieve boodschap meer. Ik zie de verbondenheid onder mensen afnemen. Ik mis hoop. En perspectief. En redelijkheid. We lijken voortdurend stelling te moeten innemen om van daaruit elkaar te beschieten.
En dat maakt me nog moedelozer.
Ik zie mensen in mijn omgeving in hun ivoren toren streven naar dingen waar ik de waarde echt niet van kan zien zodat ik van hen vervreemd en hen met verbazing gadesla en contact verlies. Ik zie jonge mensen in mijn omgeving stomme dingen doen en hoor jonge mensen dwaze dingen zeggen. Ik zie dat we het allemaal druk hebben, ik inclusief, en veel te weinig tijd hebben voor elkaar.
En dat maakt me nog moedelozer.
En ik zie en hoor elke dag pijn en verdriet en tranen en wanhoop en machteloosheid. Ik hoor de moedeloosheid en vermoeidheid bij anderen en zoek naar de juiste troostende, begripvolle woorden. Ik put uit mijn arsenaal van technieken en kennis om mensen te helpen en zo goed mogelijk voor hen te zorgen. Soms helpt het, soms helpt het niet.
En dat maakt me moe.
Er komt zoveel binnen. En het komt vaak zo hard binnen.
En ook dat maakt me moe en moedeloosheid.

Droom en realiteit zijn soms ver van elkaar verwijderd.

Het ligt niet in mijn aard om het dan maar op te geven. Dus blijf ik zoeken. Onder andere mindfulness werkt soms als een pleister op mijn ziel. En ik overweeg rust en tijd nemen en niets doen en voldoende slapen en afstand nemen en minder werken.
Ik kom er wel.